Jan Franse Verzijl (1602-1647), was eveneens een leerling van Wouter Crabeth II. Net als zijn leermeester bezocht hij Italië en wordt hij tot de caravaggisten gerekend. Uit het testament van zijn moeder blijkt dat hij rond 1625 in Rome verbleef, waarna hij rond 1629 de Goudse levensdraad weer oppakte. De roomse kunstenaar schilderde waarschijnlijk vaak in opdracht van pastoor Willem de Swaen voor de schuilkerken en statie ‘de Tol’ in Gouda. Een deel van het werk van Verzijl bevindt zich in Museum Gouda.
De kinderloos overleden weduwe van Jan Verzijl, Helena 't Hart, liet 6.000 gulden na voor een hofje aan de Nieuwehaven te Gouda. In dit hofje, het 'Hartenerf', stonden zes woningen voor arme Gouwenaren. In 1965 is het gesloopt.
Op dit schilderij van Verzijl uit 1644 van de regenten van het Almoezeniersweeshuis liggen op de tafel de ontwerpen van het poortgebouw en de nieuwe vleugel van het weeshuis. De schilder portretteerde zichzelf linksachter de voorzitter, zijn zwager Gerrit Jansz ‘t Hart. Het lijkt met een knipoog naar Jan Arienz Duif, die zichzelf acht jaar eerder ook afbeeldde op een schilderij van de regenten (zie onder).
Dit schilderij ‘Jongeman als Bacchus’ van Verzijl kwam in 2015 in de belangstelling toen het opdook bij een veiling in New York. De familie Stern uit Düseldorf werd in 1937 gedwongen het met nog zo’n 400 stukken aan Nazi’s te verkopen voor belachelijk lage prijs. Amerikaans nazaten claimde dat het destijds om een vorm van diefstal ging . De Turijnse galeriehouder die het aanbood, wilde er zijn handen niet aan branden en gaf het weg toen hij vernam dat het een Nazi-verleden had. Het werk is daardoor terecht gekomen bij de Max en Iris Stern Foundation.
Schilderijen van Sint Bonifatius en Sint Willibroordvan Verzijl in Museum Gouda
Reactie plaatsen
Reacties