1559-1609
Arminius, kind van Oudewater
Toen Jacob Hermansz ca 1559 aan de Markt in Oudewater werd geboren, was zijn vader al overleden. Wellicht heeft dat voorkomen dat zijn leven in anonimiteit voorbij was gegaan, de kans was imers groot geweest dat hij in de voetsporen van zijn vader was getreden en hem als wapensmid had opgevolgd. Nu ontfermde Theodorus Aemilius, een priester in Oudewater met protestantse ideeën zich over hem.
Aemilius nam de jongen in 1572, het jaar dat de Geuzen Oudewater bezetten, mee naar Utrecht waar hij hem hoogstwaarschijnlijk aan de Hieronymusschool liet studeren, want Jacob, die predikant zou worden en de Latijnse naam Jacobus Arminius ging voeren, gaf er later blijk van dat hij Erasmus visie waardeerde, hij dacht na over de vrije wil. Al twijfelde Arminius niet aan het bestaan van een God, de interpretatie van de Bijbelteksten liet hij aan de gelovigen zelf.
De jongen was er niet toen Moord op Oudewater plaatsvond op 7 augustus 1575, waarbij zijn moeder, broers en zusters de furie van de Spaanse troepen niet overleefden.
Na het overlijden van zijn beschermheer Aemilius ontfermde een andere geleerde uit Oudewater zich over hem, de wiskundige Ruud Snel van Royen, bekender als Rudolf Snellius, die hem liet studeren aan de protestantse universiteit van Marburg in de Duitse deelstaat Hessen, waar Snellius zelf les gaf. In 1576 was de universiteit van Leiden een feit en konden Snellius met Arminius in zijn kielzog daar verder werken.
Armius kreeg een beurs om in Genève bij Theodorus Géza, een oud-medewerker van Calvijn, wijzer te worden, enkele semesters bracht hij door in Bazel. In 1586 bezocht hij Italië. Kort daarop werd hij predikant in de Oude Kerk van Amsterdam.
Het zaad dat de humanist Erasmus had verspreid, die kritiek had op de manier waarop met Bijbelteksten werden omgesprongen, sprak Jacob meer aan, dan de strenge predestinatie leer van Calvijn.
Arminius concludeerde dat niet alles wat iemand overkomt is voorbestemd en dat de mens door zijn gedrag zelf de hand heeft in zijn toekomst na de dood. Hij vond dat de geloofsbeleidenis ook in dat licht moest worden bezien. Een belangrijk man die zijn visie deelde was staatssecretaris Johan van Oldenbarneveld.
Arminius was in 1603 tot zijn dood in 1609 hoogleraar in Leiden en daar was zijn beduidend jongere collega Franciscus Gomerus (François Gomaer) het niet eens met zijn visie. Die wilde een kerkinstituut gebaseerd op de Calvinistische doctrine, die ervan uitgaat dat alles is voorbestemd en de kerk bepaalt hoe de Bijbel moet worden geïnterpreteerd. Beide zienswijzen, waarvan de aanhangers zich remonstranten en contraremonstranten noemden, leiden bijna tot een burgeroorlog. Die werd voorkomen door de Staten van Holland die het oordeel over wie gelijk had, neerlegde bij de Dordrechtse Synode.
De Synode hakte in 1619 de knoop door en koos voor de contraremonstrantse visie van Gomerus, die overigens gedeeld werd door stadhouder Maurits van Nassau. Nederduits Gereformeerd werd daardoor de staatsgodsdienst en de remonstrantse predikanten (alleen al 40 in Gouda) uit hun ambt gezet en verbannen.
De visie van Arminius leeft tot op heden voort in de ruim vijfduizend leden tellende Remonstrantse Broederschap, die de Arminianen in 1619 oprichtten. Zij vieren in maart van dit jaar de vierhonderdste verjaardag.
Het Arminiaans Testament, 1618, Simon Frisius, 1618
Het Arminiushuis in Oudewater staat naast de Waag op Markt-Oostzijde 14.
Het staat sinds ca. 1601 op de plek waar Arminius is geboren. Er is nu een eethuis gevestigd.