Steenbakker Dirk Bloot van Ver-Hitland keek in de zomer van 1913 vreemd op toen hij zag dat zijn roeiboot verdwenen was. Een briefje dat hij aan de wal vond, leek geruststellend. De roeiboot was ongevraagd geleend door een Gouwenaar die beloofde hem terug te brengen waar hij hem had gepakt. Een berichtje in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 13 augustus 1913 laat zien dat degene die de boot geleend had zijn woord nog niet was nagekomen. Anno nu, meer dan een eeuw later, ligt er op de plek waar dit gebeurde een roeiboot op de dijk. Twee kille dames bewaken deze praam bij de afrit van Het Leefgoed, met een cortenstalen blik.
Artikeltje in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 1913.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik woonde naast hun huis. Als kind. En van 1 van de twee dames veel liefde gekregen. Ze was zo lief en zacht. En van bloot naar boot vind ik niet leuk hoor. Zij kregen al telefoontjes om te plagen met die naam. Ook dat niet leuk. Van de buitenkant lijkt het vaak anders.