De padden zijn op pad en is buiten de voortplantingstijd in de schemer en nacht actief. Overdag houdt hij zich vooral schuil in zelfgegraven holletjes of onder objecten als stenen en houtstronken en in struiken. In tegenstelling tot andere kikkersoorten heeft hij korte, weinig krachtige achterpoten en is daardoor geen beste springer. Met hooguit kleine hupjes of kruipend beweegt hij zich voort. Soms trekt hij korte sprintjes trekt. Klimmen doet deze soort nooit, hier is de bouw niet geschikt voor en ook is de gewone pad niet lenig en ontbreken aanpassingen zoals hechtschijfjes. Het is een slechte zwemmer in vergelijking met een groene of bruine kikker. De gewone pad graaft holletjes die gebruikt worden als schuilplaats gedurende warme of droge perioden. Hij komt pas tevoorschijn bij koele en vochtige omstandigheden, zoals na een regenbui of tijdens vochtige nachten. Tot dan houdt hij zich schuil. Alleen nu zijn ze druk bezig om een mate te vinden en verplaatsen ze zich over grotere afstanden om een poel met soortgenoten te vinden. Een blok huizen kan dan flink in de weg staat. Schrik dus niet als een pad tegen de schuifpui staat. Of in een hoekje van het terras, zoals deze pad vandaag die zich in een plantenbak heeft genesteld.
Pas op voor padden
« Laat vogels met rust Eieren zijn uit »
Reactie plaatsen
Reacties