De zwarte sterns hebben het moeilijk. De populatie is in de afgelopen 70 jaar geslonken tot minder dan tien procent. Dat komt door het inlaten van water uit de grote rivieren om het polderpeil op hoogte te houden. De watervegetatie die wel groeit in regenwater kan hier niet tegen. Zo zijn drijvende planten als krabbenscheer, waarvan sternen hun nesten maken, verdwenen. Dankzij beschermende maatregelen en de kunstmatige ingrepen van vogelliefhebbers die ieder jaar vlotjes in de watergangen leggen, is er een lichte toename te zien. Maar de natuur laat zich niet sturen. Bunzings en hermelijnen kunnen zwemmen en weten die vlotjes ook te bereiken. Vooral als er weinig muizen zijn, moeten de nesten het ontgelden. Deze marterachtigen kunnen ze in enkele nachten leegroven. Ook volwassen sterns worden door deze dieren gedood.
De Vogelbescherming heeft daarom als proef vier schermen rond de drijvende nesten in de Krimpenerwaard gebouwd met camera’s om te zien of dit kan werken. Ze doet dit in samenwerking met Jan van der Winden Ecology, Soontiëns Ecology en Zuid-Hollands Landschap. Deze proef wil de Vogelbescherming met Natuurmonumenten ook op andere locaties uitvoeren, aldus Ruud van Beusekom van Vogelbescherming Nederland in een bericht in Nature Today.
Zo wordt de ene oplossing op de andere gestapeld, terwijl een natuurlijker oplossing zou zijn om de in de natuurgebieden de oorspronkelijke habitat met vegetatie terug te brengen met gebufferd regenwater.
Foto vlot Zwarte Stern Wikimedia JanB46
Reactie plaatsen
Reacties